Rosmolen 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin: blz. 247 ("Karnmolen: werktuig in een boerderij waarmee melk wordt gekarnd. Vaak aangedreven door een hond of een paard" - dit is de relevante tekst volledig, zonder de bronvermelding), 391 ("Rosmolen")

- Devliegher, Luc, Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek. Z.pl (Bestendige Deputatie van de Provincieraad van West-Vlaanderen), 1977. [110 blz. ISBN -]. Tevens gepubliceerd in Biekorf (Westvlaams Archief voor geschiedenis, oudheidkunde en folklore), 1975-1976 (jrg. 76), blz. 257-360.

- Zippelius, Adelhart, Das Bauernhaus am unteren Deutschen Niederrhein. Deel in de serie 'Erken und Wohnen. Volkskundliche Untersuchungen im Rheinland', nr 1. Wuppertal (Martini & Grüttefien [206 blz. ISBN -]. Hierin "Pferdegöpel, Rossmühlen": blz. 135, 158, 159, 203afb. 13, 14, 204afb. 15 (dit betreft een houten, achthoekige schuur in het veld, waarvan de oorspronkelijke functie onbekend is)

- Ferro, F., "Gevelsteenmonumentjes voor schone energie". In: Monumenten [ISSN 1382.5054], 12-2002 [jrg 23, nr 12], blz. 13-15 (betreft gevelstenen met rosmolens)

- Cruyningen, Piet van & Jeroen Goudeau & Feyoena Grovestins & André Viersen & John van Zuijlen, Het Boerderijenboek. Uitge­geven vanwege de Stichting Histo­risch Boerderij Onderzoek. Zwolle (Waanders), 2003cop. [448 blz. ISBN 90.400.8808.X]. Hierin: blz. 409-410 ("karnmolens")

- Luiken, Jan, Het menselyk bedryf, tekeningen in pen en penseel. Integrale uitgave van de 101 tekeningen in het Am­sterdams Historisch Museum. Spiegelbeeldige voorstudies voor de serie etsen van beroepen. Bloemendaal (Gottmer/Becht), 1987cop. [223 blz. ISBN 90.230.0632.1]. (Opmerking: de naam van de tekenaar wordt meestal als 'Luyken' gespeld). Hierin "De grutter": tek.nr 50 (met toelichting; op de achtergrond is een rosmolen in bedrijf)

- Snoodijk, Dirk, "Leven in 1930. Erve IJzerman". In: Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2013 [jrg 5] - nr 2, blz. 26-28. Hierin: blz. 27 ("Tussen de stallen en de woning bevinden zich een gang, een zomerkeuken en een ruimte met een imponerende houten rosmolen. 'Van zo'n rosmolen staan er niet veel meer in Nederland. Er liep een klein paard aan, een ketje. Zo lang mijn oom paarden had, heeft hij de molen gebruikt. Hij dreef de snijmachine en de stal aan. Die sneed haver in kleine stukjes: voer voor de koeien en paarden. Aan de andere kant zat een gat in de muur, naar de zomerkeuken. Je kunt nog zien waar dat zat. Daar liep de as van de molen door naar de karnton, om boter te maken. In de jaren vijftig hebben ze dat gat dichtgemaakt, omdat ze dat toen niet meer gebruikten'" - dit is de relevante tekst volledig).